Bevordering van Waterkrachtcentrales met SDE+
Als een bijzonder waterrijk land met een groot aantal bestaande waterkanalen en -constructies is Nederland bijzonder geschikt voor de opwekking van elektriciteit uit waterkracht. Hierbij gaat het niet alleen om vallende of stroomafvoerende centrales, maar ook om getijdencentrales, osmotische centrales en centrales die hun energie opwekken uit de golfbeweging van de zee. Installaties die deze vormen van energie gebruiken voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen komen in aanmerking voor steun in de verschillende categorieën van de SDE + voor waterkrachtcentrales.
Categorieën voor de bevordering van waterkrachtcentrales in SDE+
De steun voor de opwekking van elektriciteit uit waterkrachtcentrales is in de SDE+ onderverdeeld in drie categorieën:
- Nieuwe waterkrachtcentrales met een valhoogte van minder dan 50 centimeter
- Nieuwe waterkrachtcentrales met een valhoogte van meer dan 50 centimeter
- Gerenoveerde, bestaande waterkrachtcentrales met nieuwe turbines en een valhoogte van meer dan 50 centimeter
Soorten waterkrachtcentrales
Run-of-rivir- en getijdenenergiecentrales
Elektriciteitscentrales die de energie van een beekloop- of getijdengebied gebruiken om elektriciteit op te wekken, kunnen SDE+-financiering aanvragen in de categorie "Nieuwe waterkrachtcentrales met een valhoogte van minder dan 50 centimeter". Installaties waar het water eerst naar boven moet worden gepompt om elektriciteit op te wekken, komen hiervoor over het algemeen niet in aanmerking.
Golfkrachtcentrales
Golfkrachtcentrales komen ook in aanmerking in de SDE+, ook in de categorie "Nieuwe waterkrachtcentrales met een valhoogte van minder dan 50 centimeter".
Osmose centrales
In de categorie "Nieuwe waterkrachtcentrales met een valhoogte van minder dan 50 centimeter" komen ook osmotische centrales in aanmerking die hun energie halen uit de zoutconcentratiegradiënt tussen twee watermassa's.
Berekeningsvoorbeeld, gebaseerd op SDE+ 2018
Maximum fasebedrag fase 1 (vrije categorie) |
9.0 ct/kWh |
Maximum basisbedrag vanaf fase 2 |
10,0 €ct/kWh |
Voorlopig correctiebedrag 2018 |
3.8 ct/kWh |
Voorlopige bijdrage SDE+ 2018 |
9,0 – 3,8 = 5,2 €ct/kWh = 52 €/MWh |
Voorlopige bijdrage SDE+ 2018 |
10,0 – 3,8 = 6,2 €ct/kWh = 62 €/MWh |
Maximum aantal subsidiabele vollasturen |
2.600 |
Maximale subsidiabele jaarproductie voor gerenoveerde waterkrachtinstallatie van 12 MWe |
12 * 2.600 = 31.200 MWh |
Voorlopige bijdrage SDE+ in 2018 |
52 €/MWh * 31.200 MWh = € 1.622.400 |
Voorlopige bijdrage SDE+ in 2018 |
62 €/MWh * 31.200 MWh = € 1.934.400 |